Wet tot regeling van het Militair Onderwijs bij de Landmacht
Artikel 25
Alle leerlingen der Cadettenschool, die voor den militairen dienst bij geneeskundig onderzoek geschikt zijn bevonden en aan de eischen, die, krachtens het bepaalde in het tweede lid van art. 5, voor overgang van de Cadettenschool naar de Koninklijke Militaire Academie zijn gesteld, hebben voldaan, worden tot de Koninklijke Militaire Academie toegelaten voor den dienst, waarvoor zij meer bepaaldelijk bestemd zijn.
Zij worden, zooveel mogelijk, bij het wapen hunner keuze ingedeeld, voor zoover zij daartoe in aanmerking komen in verband met:
a
den uitslag van het zooeven gemelde geneeskundig onderzoek;
b
het aantal plaatsen, ingevolge het bepaalde bij art. 6, ten behoeve van deze categorie, voor de onderscheidene wapens opengesteld;
c
de rangorde, welke zij bij het overgangsexamen van de Cadettenschool naar de Koninklijke Militaire Academie, blijkens de uitspraak der examen-commissie, hebben verkregen; daarbij gelet op hetgeen, krachtens het bepaalde in het tweede lid van art. 5, is voorgeschreven ten aanzien van de eischen van kennis in bepaalde vakken, voor eene plaatsing bij het wapen der artillerie of bij dat der genie.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.